Vuur maken met kinderen

50 tinten vuur

Er wordt gezegd dat de Inuit uit het Hoge Noorden 50 verschillende woorden kennen voor ‘sneeuw’. Elk met een eigen betekenis, vaak gekoppeld aan het gevaar of de ernst van de sneeuwval. De Schotten hebben zelfs 421 woorden voor de verschillende vormen van ‘sneeuw’. Eigenlijk zouden we ook 50 woorden moeten kennen voor vuur. Want vuur heeft vele gezichten. Van brandend kaarsje tot laaiend inferno – en alles daar tussenin. Het gevaar van vuur heeft vooral te maken met de vorm van dat vuur of de fase waarin het vuur verkeert. En de omgeving, want die is vaak bepalend voor de vorm en kracht van het vuur. “50 tinten vuur” als je wil. Het zou alleszins de introductie van ‘vuur’ aan onze kinderen een stuk eenvoudiger maken. Want niet elk vuur is even gevaarlijk.

Vervreemd van vuur

Klanten vragen me wel eens hoe ze een vuurkorf moeten aansteken. Telkens doet die vraag me beseffen hoe ver we in onze maatschappij vervreemd zijn van ‘vuur’. Het is diezelfde vervreemding die ervoor zorgt dat vuur een onvoorspelbaar monster wordt. Begrijp me niet verkeerd, vuur kan zeer gevaarlijk zijn. In een vorig leven was ik actief in het circusmilieu en deed ik theater en acrobatie met vuur. Professioneel werk ik dus al bijna 20 jaar met vuur en heel die tijd stel ik vooral vast dat het net die vervreemding is, die vuur vaak zo gevaarlijk maakt. Het loopt fout wanneer men het vuur niet goed kan inschatten. Wanneer je niet weet hoe je correct vuur moet maken en hoe je het moet doven. Bovendien zorgt een gebrek aan kennis ervoor dat het vuur anders reageert dan verwacht, waardoor de stress toeneemt en er paniek ontstaat. Net die twee zaken moet je absoluut vermijden rond vuur, want dan maak je fouten en loopt het mis.

Enkele tips:

• Begin klein. Leer ze een kaarsje aansteken voordat je ze introduceert aan een groter vuur.
• Vertel altijd eerst duidelijk wat je doet en waarom. Wijs ze op de mogelijke gevaren.
• Verlies je kinderen nooit uit het oog rond een vuur.
• Leer je kinderen wat een veilige afstand is. Geef kleine kinderen een vaste plek rond het vuur en leer ze aan om daar te blijven zitten wanneer het vuur brandt.
• Let op de kleding die je kinderen dragen in de nabijheid van vuur. Vermijd synthetische stoffen en fleece dekentjes omdat die stoffen smelten wanneer ze verbranden.
• Begin op afstand. Leer je kinderen eerst veilig te zitten rond een vuur voordat je ze laat helpen met het aanmaken en blussen. Ga evenmin van de eerste keer marshmallows branden of kastanjes poffen in het vuur.

Veilig vuur

Uiteraard speelt ook de omgeving en de vuurkorf die je gebruikt een grote rol in de veiligheid van je kinderen. Een wankele lichtgewicht vuurkorf op een paar kromme terrastegeltjes is een recept voor ongelukken. Bij het ontwerpen van de Glowbus® Dewdrop-collectie hebben we veel aandacht besteed aan de veiligheid voor het ganse gezin. 

• Een vuurkorf moet stabiel zijn. Daarom ligt bij de Glowbus® Dewdrop het zwaartepunt heel laag. Je kan die nooit zomaar omver lopen en ook een stevige windstoot zal de vuurkorf niet omver krijgen.
• De hete kolen moeten onbereikbaar zijn. Die roodglinsterende dingetjes zijn gevaarlijk mooi als ze rondom de vuurkorf beginnen te vallen en dat is té interessant voor kinderen. In de Glowbus® Dewdrop blijven de hete kolen centraal in de korf en dicht bij de grond. Zo is het bijna onmogelijk om ze aan te raken, zelfs als je er moeite voor zou doen.
• Het vuur moet (deels) afgeschermd zijn. Wees voorzichtig met vuurkorven die open én laag bij de grond zijn. Denk bijvoorbeeld aan een brede, lage vuurschaal. Je wilt niet dat je kind voorover valt in een gloeiende kolenmassa. De lamellen van de Glowbus® Dewdrop geven hem zijn iconische vorm en leveren een mooi lichtspel. Daarnaast vormen ze ook een veiligheidsfactor. Uiteraard worden ze na enige tijd wel warm, maar ze blijven altijd een barrière tussen kind en vuur.